Set Of Flashcards Temps Primitifs Des Verbes Irréguliers De ...

Temps Primitifs des Verbes Irréguliers de Néerlandais

TP de Néerlandais

TP de Néerlandais

Study

• Question first
• Answer first
• Self-test

46 0.0 (0) Details Thomas Fantoli

• Study

Create or copy sets of flashcards

With an upgrade you can create or copy an unlimited number of sets and use many more additional features.

Upgrade Thomas Fantoli

Set of flashcards Details

Summary	Ces cartes d'apprentissage aident à maîtriser les verbes irréguliers néerlandais au niveau de l'école professionnelle. Elles se concentrent sur la conjugaison des verbes, avec des exemples comme "chasser" (jagen), "tenir" (houden), et "s'appeler" (heten). La plateforme permet de pratiquer les deux sens de mémorisation, par exemple en apprenant de la langue cible vers la langue source. Ces fiches sont idéales pour les étudiants en néerlandais qui souhaitent améliorer leur grammaire et leur fluidité, notamment pour les niveaux intermédiaires et avancés.
Flashcards	46
Students	3
Language	Français
Category	Other
Level	Vocational School
Created / Updated	14.10.2013 / 05.03.2014
Weblink	https://card2brain.ch/box/temps_primitifs_des_verbes_irreguliers_de_neerlandais
Embed	<iframe src="https://card2brain.ch/box/temps_primitifs_des_verbes_irreguliers_de_neerlandais/embed" width="780" height="150" scrolling="no" frameborder="0"></iframe>

Create or copy sets of flashcards

With an upgrade you can create or copy an unlimited number of sets and use many more additional features.

Upgrade Card list

Log in to see all the cards.

SWITCHaai

Office 365

Edulog

Apple ID

Google

E-mail or username Password Loading... Forgotten your password? Register

presser, pénétrer

dringen, drong, drongen, heeft/is gedrongen

boire

drinken, dronk, dronken, heeft gedronken

plonger

duiken, dook, doken, heeft/is gedoken

forcer

dwingen, dwong, dwongen, heeft gedwongen

manger

eten, at, aten, heeft gegeten

valoir

gelden, gold, golden, heeft gegolden

guérir

genezen, genas, genazen, heeft/is genezen

jouir

genieten, genoot, genoten, heeft genoten

donner

geven, gaf, gaven, heeft gegeven

verser

gieten, goot, goten, heeft gegoten

glisser

glijden, gleed, gleden, heeft/is gegleden

creuser

graven, groef, groeven, heeft gegraven

saisir

grijpen, greep, grepen, heeft gegrepen

pendre

hangen, hing, hingen, heeft gehangen

avoir

hebben, had, hadden, heeft gehad

soulever

heffen, hief, hieven, heeft geheven

aider

helpen, hielp, hielpen, heeft geholpen

s'appeler

heten, heette, heetten, heeft geheten

tenir

houden, hield, hielden, heeft gehouden

chasser

jagen, joeg/jaagde, joegen/jaagden, heeft gejaagd

cuire

Keyboard commands: = turn, = for-/backward, = scroll

bakken, bakte, bakten, heeft gebakken

commencer

Keyboard commands: = turn, = for-/backward, = scroll

beginnen, begon, begonnen, heeft/is begonnen

enterrer

Keyboard commands: = turn, = for-/backward, = scroll

begraven, begroef, begroeven, heeft begraven

comprendre

Keyboard commands: = turn, = for-/backward, = scroll

begrijpen, begreep, begrepen, heeft begrepen

ranger

Keyboard commands: = turn, = for-/backward, = scroll

bergen, borg, borgen, heeft geborgen

décider

Keyboard commands: = turn, = for-/backward, = scroll

besluiten, besloot, besloten, heeft besloten

ordonner

Keyboard commands: = turn, = for-/backward, = scroll

bevelen, beval, bevalen, heeft bevolen

visiter

Keyboard commands: = turn, = for-/backward, = scroll

bezoeken, bezocht, bezochten, heeft bezocht

prier

Keyboard commands: = turn, = for-/backward, = scroll

bidden, bad, baden, heeft gebeden

offrir

Keyboard commands: = turn, = for-/backward, = scroll

bieden, bood, boden, heeft geboden

mordre

bijten, beet, beten, heeft gebeten

lier

binden, bon, bonden, heeft gebonden

souffler

blazen, blies, bliezen, heeft geblazen

se révéler, etre évident

blijken, bleek, bleken, IS gebleken

rester

blijven, bleef, bleven, IS gebleven

aller

gaan, ging, gingen, IS gegaan

briller

blinken, blonk, blonken, heeft geblonken

briser

breken, brak, braken, heeft/is gebroken

briser

breken, brak, braken, heeft/is gebroken

apporter

brengen, bracht, brachten, heeft gebracht

• 1 / 46

Card list Study